Jozef De Beenhouwer, piano | Liesbeth Devos, sopraan
Peter Benoit (1834-1901)
L’Inquiétude (Romance sans paroles), opus 6 (1859)
Fantasie nr.3, opus 18 (1860)
Twee liederen uit 'De Liefde in het Leven' (Emanuel Hiel) (ca 1870): Heeft het Roosje milde Geuren - Droom van Lust en Lijden
Uit ‘Vertelsels en Balladen’, opus 34 (1861): Ballade: Legende van den Leiegeest
August De Boeck (1865-1937)
C’est en toi, bien-aimé (Charles van Lerberghe) (1917)
Joseph Ryelandt (1870-1965)
Weemoed (Guido Gezelle), opus 38 nr. 5 (1904)
‘k En hoore U nog niet (Guido Gezelle), opus 46 nr. 1 (1907)
Ego Flos (Guido Gezelle), opus 77 (1920)
Nocturne nr. 2, opus 90 (1927)
Clair de lune (Paul Verlaine), opus 19 (1897)
Ariette oubliée (Paul Verlaine), opus 88 nr. 4 (1927)
Pays de rêve (Fernand Severin), opus 88 nr. 5 (1927)
Marinus De Jong (1891-1984)
Uit ‘Zes Preluden, opus 5 (1921): nr. 6 Praeludium (Religiosum) (Ad te levavi animam meam)
’t Is Stille (Guido Gezelle) , opus 12 nr. 1 (1924)
Nocturno. ‘Schemeravond op Esschenhof’, opus 53 (1945)
Lodewijk Mortelmans (1868-1952)
Hoe schoon de Morgendauw (Guido Gezelle) (1900)
Als de Ziele luistert (Guido Gezelle) (1913)
Meidag (Guido Gezelle) (1913)
Het Wielewaalt en Leeuwerkt (1921)
Lied van Mignon (‘Kennst du das Land’) (J. W. von Goethe) (1906)